Buurtsportcoach neemt de eerstelijnszorg werk uit handen

De eerstelijnszorg krijgt steeds meer te maken met de begeleiding van patiënten naar een gezonde leefstijl met voldoende beweging. Vaak hebben deze patiënten ondersteuning nodig bij de stap naar meer beweging. Een taak die soms verder gaat dan de mogelijkheden van de zorgverlener. De buurtsportcoach, die zorg en sport verbindt, biedt uitkomst.

Bewegen als onderdeel van een gezonde leefstijl treedt steeds vaker de spreekkamer van zorgverleners binnen. Voldoende bewegen voorkomt chronische aandoeningen en verlaagt ziektelast. Het aantal mensen dat voldoet aan de beweegrichtlijnen is echter nog beperkt. Patiënten die weinig ervaring hebben met sport en bewegen, vinden het lastig uit zichzelf meer te bewegen en kunnen ondersteuning goed gebruiken.

Huisartsen hebben niet primair de taak van preventie. Toch kijken beleid en praktijk vaak naar de huisarts en de praktijkondersteuner (POH) om patiënten te stimuleren meer te bewegen. Ook richtlijnen van fysiotherapeuten schrijven voor dat mensen zo snel mogelijk buiten de zorg kunnen bewegen, in een passend aanbod. Dat lukt maar beperkt. Zo verwijzen praktijkondersteuners weinig door omdat ze het idee hebben dat het aanbod onvoldoende geschikt is voor kwetsbare groepen. De buurtsportcoach heeft wel zicht op het aanbod en kan een belangrijke ondersteuner zijn bij verwijzing. 

Eén van de kerntaken van de buurtsportcoach is om sport en bewegen te verbinden met andere sectoren, zoals de zorg. Vooral de buurtsportcoaches die zich hiermee bezighouden, en die zich specifiek richten op ouderen of mensen met een fysieke of mentale beperking, zijn relevant voor de eerstelijnszorg. In de verbinding van zorg en sport kan de buurtsportcoach de rol van doorverwijzer, organisator en makelaar aannemen. De wijze waarop buurtsportcoaches worden ingezet en hun professionele ontwikkeling verandert. echter Zo werken ze meer samen met uitvoerders van de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI).

Gecombineerde leefstijlinterventie

De Rijksoverheid vergoedt de GLI sinds 1 januari 2019 vanuit de basiszorgverzekering. Het doel is om volwassenen met obesitas of overgewicht en andere risicofactoren te begeleiden naar een duurzaam gezondere leefstijl. In drie van de vier erkende GLI’s worden de kosten voor bewegen niet vergoed – en daarmee ook de buurtsportcoach niet.

Toch heeft de buurtsportcoach bijna altijd een rol. De buurtsportcoach zorgt ervoor dat deelnemers de mogelijkheid krijgen om te (blijven) bewegen. De wijze waarop de verschillende GLI’s dat organiseren verschilt. Dat lees je in het artikel over de Gecombineerde Leefstijlinterventie. Wie van plan is de GLI vanuit de eigen praktijk aan te bieden, dient er voor te zorgen dat de buurtsportcoach tijdig wordt betrokken.

Overleg over rol

Een buurtsportcoach kan het werk van POH, huisarts, en andere zorgverleners in de eerste lijn verlichten. Bij een goede samenwerking kunnen de patiënten met een gerust hart doorverwezen worden naar de buurtsportcoach. Die kan inschatten welk beweegaanbod geschikt is. Als een patiënt niet klaar is om buiten de (para-)medische sector te bewegen, stuurt de buurtsportcoach de patiënt bijvoorbeeld eerst naar de fysiotherapeut. De kans is groot dat de patiënt zich fysiek en mentaal beter voelt als hij of zij eenmaal ergens sport of beweegt op een plek die goed aansluit.

Lees het volledige artikel en de tips op Allesoversport.nl.

Afzender: Allesoversport
Dit nieuwsbericht is toegevoegd op 10 februari 2021