Schoolprofessionals signaleren positieve opbrengsten van extra ondersteuning voor motorische ontwikkeling op de motoriek van leerlingen. Belemmeringen om meer ondersteuning te bieden zijn gebrek aan tijd, financiën en geringe ouderbetrokkenheid. Dit blijkt uit een verkennend onderzoek dat door het Mulier Instituut is uitgevoerd. Interviews met schooldirecteuren en vakleerkrachten bewegingsonderwijs hebben tot deze inzichten geleid.
Bijna één op de tien kinderen heeft behoefte aan extra ondersteuning. Veel basisscholen slagen er in om, ondanks het nijpende tekort aan leraren, deze leerlingen in rekenen, taal of motorische ontwikkeling te ondersteunen. Ruim een kwart van alle scholen biedt structureel extra aandacht aan leerlingen op het vlak van motorische ontwikkeling, bijvoorbeeld door MRT (motorische remedial teaching). De redenen waarom driekwart van de scholen geen extra ondersteuning voor motorische ontwikkeling aanbiedt, terwijl de behoefte daaraan onder leerlingen hoogstwaarschijnlijk aanwezig is, zijn nog onbekend.
Belangrijke uitkomsten van de verkenning:
Om extra ondersteuning voor motorische ondersteuning te realiseren, adviseert het Mulier Instituut om 1) extra ondersteuning voor motorische ontwikkeling in de curricula van de ALO’s en PABO’s op te nemen, 2) de effecten van extra ondersteuning voor motorische ontwikkeling wetenschappelijk te onderbouwen en 3) bestaande samenwerkingsverbanden te gebruiken of nieuwe samenwerkingsverbanden op te zetten om extra ondersteuningsaanbod zo efficiënt mogelijk te regelen. Daarnaast is het ook van belang om te verkennen waarom driekwart van de scholen geen extra ondersteuning voor motorische ontwikkeling aanbieden.
Download het rapport Extra ondersteuning voor motorische ontwikkeling op de basisschool.
Neem voor meer informatie contact op met Maxine de Jonge.
Afzender: Mulier Instituut
Dit nieuwsbericht is toegevoegd op 4 maart 2020