De Brede Regeling Combinatiefuncties is ondergebracht in de brede specifieke uitkering (SPUK) gericht op gezondheid, sport- en beweegstimulering, cultuurparticipatie en het versterken van de sociale basis. Hiermee zetten we de volgende stap in het doelgericht inzetten van functionarissen. Als onderdeel van de brede SPUK kunnen gemeenten een budget aanvragen voor sport-, beweeg en cultuurstimulering (aanvraagperiode 1 loopt tot en met 31 maart 2023). Middels deze financiële constructie kunnen zij beter zicht houden op de besteding van de middelen.
De financiële voorwaarden voor het uitvoeringsbudget Sportakkoord worden vastgesteld in de Regeling specifieke uitkering sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023-2026.
De inzet van de functionarissen wordt ook omschreven in het plan van aanpak dat gemeenten indienen om aanspraak te maken op de middelen uit de Brede Specifieke Uitkering ten behoeve van het bevorderen van de gezondheid, sport- en beweegstimulering, cultuurparticipatie en het versterken van de sociale basis.
De Rijksbijdrage (ministeries VWS en OCW) voor de functionarissen is gesteld op € 89.500.000 voor de jaren 2023 tot en met 2025. Voor 2026 is dit bedrag vastgesteld op € 86.500.000,-. Deze bedragen zijn inclusief € 5 miljoen die sinds 2014 structureel beschikbaar zijn vanuit het armoede- en schuldenbeleid. De totale bedragen zijn zonder aftrekking van de uitvoeringskosten. Deze bedragen per jaar maximaal €500.000,- voor de gehele brede SPUK.
Er wordt binnen de regeling niet meer uitgegaan van een vastgesteld normbedrag. Deze middelen worden verdeeld op basis van de voorwaarden in de brede Specifieke uitkering zoals onder 4a gesteld. De verdeelsleutels zijn het aantal inwoners en het aantal inwoners met gezondheidsachterstanden (lage inkomens, laag opgeleid). Er is een overzicht van de beschikbare bedragen per gemeenten als bijlage van de brede Specifieke uitkering toegevoegd.
Gemeenten en Rijk hebben afgesproken dat de Rijksbijdrage 40% van het totaalbudget is van de investering voor functionarissen in het sport-, beweeg- en cultuurdomein. Gemeenten organiseren de overige 60% van dit bedrag binnen de financiële mogelijkheden die zij hebben. Dit geldt in het bijzonder voor de periode vanaf 2026, wanneer een nieuwe financieringssystematiek moet worden ingevoerd.