Personeel in het basisonderwijs en de kinderopvang, jeugdtrainers en mantelzorgers kunnen binnenkort getest worden. Binnen de beschikbare testcapaciteit is er ruimte om extra doelgroepen te testen.
Sinds 6 april kunnen alle zorgmedewerkers binnen en buiten de ziekenhuizen die directe zorg verlenen aan patiënten of cliënten getest worden als zij minimaal 24 uur symptomen van COVID-19 (hoesten en/of neusverkouden en/of koorts) hebben. Ook mensen die een hoger risico hebben op ernstig verloop van COVID-19 kunnen zich laten testen. Daarnaast kunnen ook professionals, bij de politie en in handhaving en toezicht al getest worden.
Momenteel worden er zo’n 6.000 à 7.000 testen per dag afgenomen. Dat past ruim binnen de beschikbare capaciteit van 17.500 tests per dag. Er is daarom ruimte om de nieuwe doelgroepen ook te gaan testen. Het RIVM heeft berekend dat met toevoeging van de nieuwe doelgroepen en meewegen van het seizoenseffect het aantal testen per dag in mei naar verwachting rond de 8.000 uitkomt. Er is voldoende testcapaciteit en middelen beschikbaar om aan deze vraag te voldoen. Het ministerie van VWS bereidt zich voor op verdere verruiming van het testbeleid gekoppeld aan mogelijke versoepelingen van de maatregelen die gelden om het virus onder controle te houden.
Sporten in de buitenlucht is voor kinderen inmiddels weer mogelijk. Jeugdtrainers en dus ook buurtsportcoaches kunnen daarom nu ook getest worden bij klachten. Voor jeugdtrainers gelden dezelfde regels als voor medewerkers in de sectoren van onderwijs en kinderopvang.
“Het is fijn om te zien dat veel kinderen weer buiten kunnen sporten. Het is wel belangrijk dat ze dit zo veilig mogelijk doen. Daarom kunnen hun jeugdtrainers getest worden op het #coronavirus. Dit gebeurt als zij minimaal 24 uur klachten hebben en door een arts zijn gezien.” Aldus minister Martin van Rijn op Twitter.
Afzender: Rijksoverheid
Dit nieuwsbericht is toegevoegd op 4 mei 2020